GroenLinks wil fietsen en wandelen aantrekkelijker maken waardoor mensen vaker hun vervuilende auto laten staan. Wat ons betreft komen er snelfietspaden die alle wijken en dorpskernen met de belangrijkste voorzieningen verbinden en op alle rotondes binnen de bebouwde kom krijgen fietsers voorrang.

Voor sommige mensen is het openbaar vervoer erg duur. Daarom wil GroenLinks voor mensen met een laag inkomen of een uitkering een goedkoop busabonnement. Peter Lesterhuis: “Wat mij betreft stellen we in het centrum van Drachten een milieuzone in en in wijken kiezen inwoners zelf voor autoluwe zones. Dat betekent meer ruimte voor fietsers en voetgangers en daar waar nodig zijn auto’s te gast. Dat is fundamenteel een andere manier van denken en doen. Neem het gebied van de Drift, de Torenstraat en de Kaden: Maak daar gewoon één groot fiets- en wandelgebied van, met meer ruimte voor groen en laat desnoods vanuit één richting het autoverkeer toe.”

Stelling 1: Handhaven op auto’s die op de stoep geparkeerd staan
GroenLinks is geen voorstander van handhaven. We snappen dat sommige mensen bij het parkeren van de auto de rijbaan zoveel mogelijk vrij willen houden en daardoor de auto op de stoep neerzetten. Dat geldt vooral voor smalle straatjes. Peter Lesterhuis: “In de buurt waar ik woon is de rijbaan smal. Tientallen auto’s staan dan ook dagelijks op de stoep geparkeerd. Dat levert soms gevaarlijke situaties op, zeker wanneer spelende kinderen geen gebruik kunnen maken van de stoep en dan dus op de straat gaan spelen.”

Het verbreden van de rijbaan heeft geen zin, daarmee wordt de situatie nog onveiliger omdat mensen dan weer harder gaan rijden. De beste oplossing is om met buurtbewoners in gesprek te gaan over het parkeren van auto’s en het toegankelijk houden van de voetpaden. Desnoods maken we de voetpaden breder. Een strook van beplanting tussen de rijbaan en het voetpad is ook een oplossing. Op deze manier zorgt de infrastructuur ervoor dat men de voetpaden vrijhoudt van geparkeerde auto’s.

Stelling 2: Het STOMP-ontwerpprincipe moet toegepast worden bij alle gebiedsontwikkeling
In Smallingerland is al heel veel te voet of per fiets bereikbaar. Gelukkig kiezen ook steeds meer mensen voor de fiets, het openbaar vervoer en een deelauto in plaats van een eigen auto. Dat heeft gevolgen voor de bouw van nieuwe woningen: niet ieder huis heeft een parkeerplaats voor de deur nodig. De inzet op bouwen binnen de gebouwde omgeving zal het autobezit verder verminderen. In plaats van ‘iedereen één of twee auto’s voor de deur’ wordt wat GroenLinks betreft goede, duurzame bereikbaarheid de norm. Op die manier dalen de kosten voor ontwikkelaars: ze hoeven immers minder te investeren in veelal onrendabele parkeerplaatsen, waardoor het aantrekkelijker wordt om woningen te bouwen. Dat betekent meer ruimte voor mensen en minder ruimte voor auto’s.

Stelling 3: Verlaging van de maximumsnelheid binnen de bebouwde kom
GroenLinks is voorstander van het verlagen van de maximum snelheid binnen de bebouwde kom. 30 km/uur is prima. Net als de maximum snelheid op autosnelwegen: het vergt enige gewenning, maar na verloop van tijd is het normaal. Nu rijdt men vaak 60 of zelfs 70 waar je 50 mag. Door hard te rijden ben je overigens niet automatisch sneller op je eindbestemming.

Peter Lesterhuis: “Met het klakkeloos verlagen van de maximum snelheid ben je er niet, de inrichting van de openbare ruimte moet daarbij ook worden aangepakt. En dan bedoel ik niet zo zeer meer drempels of andere verkeersremmers. Zorg voor meer ruimte voor groen, fietsers en voetgangers en laat door middel van de infrastructuur aan automobilisten weten dat zij te gast zijn en zich moeten gedragen.”

Stelling 4: Minimumeisen aan stoepbreedte bij infrastructurele (her-)inrichting
Goed idee! Nu zie je dat bij de inrichting van een wijk vooral gekeken wordt naar de doorstroming van het autoverkeer. Wat ons betreft keren we het om: zet fietsers en voetgangers centraal. Een mooi voorbeeld zie je in het Morrapark. Daar wordt met de inrichting van de openbare ruimte heel duidelijk gemaakt dat auto’s te gast zijn. Dat zouden we op veel meer plekken moeten doen.